CONTINENTALE DWERGSPANIELS : VLINDERHONDJE (Papillon) en NACHTVLINDERHONDJE (Phalène)
KORTE GESCHIEDENIS EN ALGEMEEN
Het Vlinderhondje en het Nachtvlinderhondje worden ook wel continentale dwergspaniels genoemd.
Het ras werd ontwikkeld door Frankrijk en België en de variëteit die het eerste bestond was het Nachtvlinderhondje. Het Vlinderhondje deed pas zijn intrede in het midden van de 19de eeuw.
Ze worden door de FCI erkend als een Franco-Belgisch ras.
Het is hetzelfde ras en man kan ze onderscheiden door de oordracht : het Vlinderhondje heeft staande oren die schuin naar buiten gericht zijn zoals de vleugels van een vlinder, vandaar de benaming; het Nachtvlinderhondje heeft hangende oortjes.
Ze kunnen in één en hetzelfde nest geboren worden; bij de geboorte hebben ze allen hangende oortjes; het is pas later dat men zekerheid krijgt over de variëteit.
Deze beide rassen behoren tot de groep van de gezelschapshonden en zijn aantrekkelijke hondjes, sierlijk en met ene fiere houding.
Naast de oordracht is ook de staart typisch : deze is hoog aangezet en met een mooie pluim opgeheven gedragen en over de rug gebogen waarbij de punt de rug mag raken.
Alle vachtkleuren op een witte grondkleur zijn toegelaten met bij voorkeur op het hoofd een witte blas.
De continentale dwergspaniels zijn over de hele wereld verspreid waarbij het Vlinderhondje populairder is dan het Nachtvlinderhondje.
VERZORGING
De vacht is fijn en overvloedig en typisch is dat er geen onderhaar is.
Qua verzorging zijn er vrij gemakkelijk te onderhouden, enkel kammen en borstelen op zeer regelmatige basis.
KARAKTER
De hondjes zijn levendig, schrander, temperamentvol, gehoorzaam en zeer aanhankelijk.
Ze zijn waaks maar het zijn geen keffers.
Ze passen zich gemakkelijk aan en kunnen ook in een kleine woning worden gehouden.
Ze zijn geschikt voor gehoorzaamheid en agility en moeten met een correcte maar zachte hand opgevoed worden.
RASVERENIGING
Koninklijke Club van Griffonnetjes, Brabandertjes, Papillons en Phalènes vzw (KKUSH Nr. 0010)
https://www.griffonpapillon.be
RASSTANDAARD
Deze kan u terugvinden op de FCI-website ( www.fci.be ) in het Frans, Engels, Duits en Spaans.
Onder vindt u de Nederlandse vertaling :
FCI nummer 77
Land van herkomst : Frankrijk / België
Datum publicatie van de huidige geldige standaard : 17 september 1990
GEBRUIK
Gezelschapshond.
CLASSIFICATIE FCI
Groep 9 : Gezelschapshonden
Sectie 9 : Continentale dwergspaniels
Zonder werkproef
ALGEMEEN VOORKOMEN
Een luxe dwergspaniel, normaal en harmonisch gebouwd, langharig, met een snuit van middelmatige lengte die korter is dan de schedel.
Levendig en bevallig en toch fors.
Fiere houding en met een vlotte en elegante gang.
Het lichaam is iets langer dan hoog.
HOOFD
Het hoofd is in verhouding met het lichaam en korter dan bij de grote en middelgrote spaniels.
SCHEDELGEDEELTE
Schedel : van opzij gezien en van voren gezien niet teveel afgerond soms een lichte middengroef vertonend.
Stop : tamelijk sterk aangeduid. Bij de zwaardere honden is de stop minder opvallend maar toch zichtbaar; bij de kleinere honden is de stop meer uitgesproken zonder ooit een plotselinge breuk te vormen.
SNUITGEDEELTE
Neus : klein, zwart en afgerond, lichtjes afgevlakt aan de bovenkant.
Snuit : de snuit is korter dan de schedel, fijn, puntig en zijdelings niet teveel uitgediept.
Hij mag ook niet opwippen.
Neusrug : recht.
Lippen : sterk gepigmenteerd, fijn en goed aangesloten.
Kaken / tanden : redelijk sterk, goed en normaal sluitend.
Tong : mag niet zichtbaar zijn. Indien zij steeds uitsteekt of niet ingetrokken wordt wanneer men ze éénmaal met de vinger aanraakt is dit een fout.
Ogen : voldoende groot, goed geopend, grote amandelvorm, niet uitpuilend.
Tamelijk laag in het hoofd geplaatst. De binnenste ooghoek moet zich aan de kruising van schedel en snuit bevinden.
Donker en zeer expressief.
De oogranden sterk gepigmenteerd.
Oren : van een fijn maar toch stevig weefsel. Bij de rechtop staande oren evenals bij de hangende mag het uiteinde niet in een te scherpe punt eindigen wanneer men ze betast.
De oren zijn tamelijk naar achteren van het hoofd ingeplant en op voldoende afstand van elkaar om de zo licht afgeronde vorm van de schedel te doen uitkomen.
Variëteit met hangende oren wordt Nachtvlinderhondje (Phalène) genoemd
De oren zijn in rust hoog aangezet, merkelijk hoger dan de lijn van de ogen.
Ze worden hangend gedragen maar zijn toch voldoende beweeglijk.
Ze zijn bedekt met golvende haren die erg lang kunnen worden en zo aan het hondje een schattig uitzicht geven.
Variëteit met staande oren wordt Vlinderhondje (Papillon) genoemd
De oren zijn hoog aangezet, de oorschelpen wijd geopend en naar buiten gekeerd.
De binnenrand van de ooropening vormt een hoek van ongeveer 45° tegenover de horizontale lijn.
In geen geval mogen de oren kaarsrecht gedragen worden aangezien dit doet denken aan de oordracht van een dwergkees en dit moet nadrukkelijk vermeden worden.
De binnenkant va de oorschelpen is met fijne golvende haren bekleed waarvan de langste buiten de oorrand uitsteken, de buitenkant daarentegen is bekleed met lange haren die afhangende franjes vormen die de oorranden overschrijden.
Het kruisen van variëteiten geeft dikwijls hondjes met half staande oren met neerhangende punten.
Deze gemengde vorm van oordracht is eer zeer zware fout.
HALS
Matig lang, licht gebogen bij de nek.
LICHAAM
Bovenlijn : niet te kort, noch gewelfd noch doorgezakt zonder nochtans vlak te zijn.
Lendenen : sterk en licht gewelfd.
Borst : breed, voldoende diep. De borstomtrek gemeten tussen de twee laatste ribben moet gelijk zijn aan de schofthoogte. Goed gewelfde ribben.
Buik : licht opgetrokken.
STAART
Tamelijk hoog aangezet, eerder lang en zeer overvloedig behaard en zo een mooie pluim vormend.
Als het hondje opgewekt is wordt de staart omhoog gedragen in de lijn van de ruggengraat en gebogen zodat de punt de rug raakt.
Hij mag nooit opgerold gedragen worden noch plat op de rug vallen.
LEDEMATEN
Recht, stevig en redelijk fijn.
De hond mag er niet opgeschoten uitzien.
Van voren en van achteren gezien zijn de benen evenwijdig.
VOORSTE LEDEMATEN
Schouder : goed ontwikkeld, goed tegen de borstkas aanliggend.
Opperarm : even lang als het schouderblad, met elkaar verbonden onder een normale hoek.
Goed aanliggend tegen de borstkas.
Pols : van opzij gezien waarneembaar.
Voorvoeten : vrij lang, zogenaamde hazenvoeten, vlak op de zoolkussens steunend.
Sterke nagels, bij voorkeur zwart; lichter van kleur bij hondjes met een bruine of witte vacht.
(Witte nagels bij witte hondjes of met witte benen is niet foutief indien de hondjes voor de rest goed gepigmenteerd zijn).
De tenen zijn beweeglijk, met sterke zoolkussens, goed behaard tussen de tenen, met fijne haren die aan het uiteinde van de voeten uitsteken en er een punt vormen.
ACHTERSTE LEDEMATEN
Spronggewricht : normaal gehoekt.
Achtervoeten : vrij lang, zogenaamde zogenaamde hazenvoeten, vlak op de zoolkussens steunend.
Sterke nagels, bij voorkeur zwart; lichter van kleur bij hondjes met een bruine of witte vacht.
(Witte nagels bij witte hondjes of met witte benen is niet foutief indien de hondjes voor de rest goed gepigmenteerd zijn).
De tenen zijn beweeglijk, met sterke zoolkussens, goed behaard tussen de tenen, met fijne haren die aan het uiteinde van de voeten uitsteken en er een punt vormen.
GANGWERK
Fier, vrij, gemakkelijk en elegant.
VACHT
HAAR
De vacht is zonder onderhaar, is overvloedig, glanzend, gegolfd (niet te verwarren met gekruld).
Niet zacht maar integendeel iets resistent met zijdeachtige glans.
Het haar is vlak ingeplant, op zich tamelijk fijn maar iets opverend door de golvingen.
Het uitzicht van de vacht heeft iets weg van dat van de Engelse toy spaniels maar in geen geval van dat van de Pekingees. Aan de andere kant mag de vacht ook niet gelijken op die van de dwergkees.
Het haar is kort op de snuit en op het voorhoofd, vooraan de benen en onder de sprong.
Matig lang haar op het lichaam.
Het haar wordt langer rond de hals waar het ene kraag en gegolfde borstveer vormt.
Er zijn franjes aan de oren en aan de achterkant van de voorbenen.
Aan de achterkant van de dijen spreidt het zich uit in zachte haarlokken die een broek vormen.
Er zijn fijne haarlokken tussen de tenen die iets mogen uitsteken voor zover zij de voeten niet verzwaren, ze moeten deze integendeel verfijnen door ze te verlengen.
Als maatstaf kan aangegeven worden dat sommige hondjes in goede vachtconditie een haarlengte kunnen hebben van 7,5 cm aan de schoft en van 15 cm op de staart.
KLEUR
Alle kleuren zijn toegelaten op een witte grondkleur.
Op het lichaam en de benen moet het wit overheersen tegenover de kleur.
Men verlangt een min of meer brede streep op het hoofd.
Een witte vlek is toegestaan op het onderste gedeelte van her hoofd maar overheersend wit in het hoofd is foutief.
In alle gevallen moeten de lippen, de oogranden en vooral de neus goed gepigmenteerd zijn.
GROOTTE EN GEWICHT
SCHOFTHOOGTE
Ongeveer 28 cm
GEWICHT
2 categorieën :
- Minder dan 2,5 kg voor reuen en teven
- Vanaf 2,5 kg tot 4,5 kg voor reuen; 2,5 tot 5 kg voor teven
Minimum gewicht : 1,5 kg
FOUTEN
Alles wat afwijkt van het bovengenoemde dient te worden aanzien als fout en moet worden bestraft naargelang de ernst ervan en de invloed op de gezondheid en het welzijn van de hond
- Vlakke schedel, appelhoofd of gewelfd zoals bij de kleine Engelse spaniels
- Teveel of te weinig aangeduide stop
- Neus die niet zwart is
- Ramsneus of ingevallen neusrug
- Gedepigmenteerde lippen
- Onder- of bovenvoorbijten
- Te kleine, te ronde ogen, uitpuilend, licht gekleurde ogen of ogen waarvan het wit te zien is als het hondje naar voren kijkt
- Pigmentverlies aan de oogleden
- Gewelfde of doorgezakte rug
- Opgerolde staart, op de rug liggend, zijwaarts vallend (het gaat hier over de wervels en niet over de franjes die door hun lengte in vlokken afhangen)
- Een kromme voorhand
- Knobbelige gewrichten
- Zwakke achterhand
- Een achterhand die van achteren gezien niet in rechte lijn blijft aan de knieën, de spronggewrichten of de voeten
- Een enkele of dubbele wolfsklauw aan de achterbenen is ongewenst en is dus een schoonheidsfout; het is aangeraden deze te verwijderen
- Naar binnen of naar buiten gedraaide voeten
- Nagels die de grond niet raken
- Onvoldoende vacht, zacht of open, rechtop staand ingeplant haar of zelf rechtop staand, zijdeachtig, het voorkomen van onderhaar die een kruising met de Spitz laat vermoeden
DISKWALIFICERENDE FOUTEN
- Agressief of overdreven angstig
- Elke duidelijke fysieke of gedragsafwijking
- Roze of roze gevlekte neus
- Overdreven prognatisme, boven- of ondervoorbijten zodat de snijtanden elkaar niet meer raken
- Verlamde tong of constant zichtbaar
N.B.
- Reuen moeten 2 normale teelballen hebben die volledig tot in het scrotum zijn ingedaald
- Enkel functionele en klinisch gezonde honden met typisch rasmorfologie mogen gebruikt worden voor de fok